MZI
Eén van de voorwaarden in de verleende experimentele MZI ontheffing was onderzoek. Onderzoek naar bodemgesteldheid voor en na het inhangen van het invangsubstraat. Is er verschil meetbaar op de bodem zoals slibafzetting? Onderzoek aan het invangsubstraat, wanneer nestelen de mossellarven zich en wat nestelt zich nog meer? Hoe groeit alles uit?
Het onderzoek werd uitgevoerd door Marco Dubbeldam van Stichting Zeeschelp. Marco nam zelf de bodemonderzoeken voor zijn rekening, uit door het nemen van bodemhapjes. De monsters van het invangsubstraat hebben we laten doen door de bemanning van de LO 9, die waren wekelijks in de buurt van Lauwersoog waar onze MZI’s lagen. Het experiment duurde 2 jaar waardoor ook 2 jaar onderzoek nodig was. Omdat het onderzoek ons van veel kennis voorzag besloten we om het invangsubstraat te blijven monitoren. Tot op de dag van vandaag monitoren we wekelijks van april t/m juni het invangsubstraat. Door middel van de monsters te analyseren komen er gegevens boven water die interessant zijn voor dat moment, maar ook voor de toekomst. De gegevens die we vooral interessant vinden zijn het moment van settelen, de uitgroei van de mossellarven en de periode van settelen tot oogsten.
Mosselen
Van 2009 tot en met 2013 zijn een aantal van onze percelen, in de Waddenzee, beschikbaar gesteld voor onderzoek (Profmos). Deze percelen waren bezaaid met mosselzaad en halfwas. Het onderzoek was gericht op zaaidichtheden, bodemsigment en predatoren. De vraag was of deze factoren bepalend waren voor de groei en/of eventuele sterfte. En als dat dan het geval is, wat is de oorzaak?
Jacob Capelle, werkzaam bij IMARES, leidde dit onderzoek.
Sinds april 2016 werken we mee aan KOMPRO, kennis en onderzoek voor de mosselproductie. Onderzoeks vragen vanuit Profmos komen terug in KOMPRO. Nieuwe technieken, video en foto materiaal verzamelen onderwater, worden toegepast om een duidelijk beeld te krijgen wat er zoal onderwater op een perceel gebeurt. Aan de hand van de verzamelde data wordt gekeken of er mogelijkheden zijn om het kweekrendement te optimaliseren. Vanaf maart 2017 worden er watermonsters genomen die onderzocht worden op mossellarven in de waterkolom. Vanaf april worden ook mosters genomen van invangsubstraat. Hier wordt onder andere gekeken op de aanwezigheid van mosselbroed. Dit gaat in samenwerking met enkele onderzoekers van IMARES, Hogeschool Zeeland en enkele collega’s van ons.